De verwarring rond NGO-financiering in het Amerikaanse Congres

De verwarring rond NGO-financiering in het Amerikaanse Congres

In het Amerikaanse Congres is deze week een hoorzitting gehouden over de rol van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), getiteld “Public Funds, Private Agendas: NGOs Gone Wild”. De Subcommissie voor Toezicht en Overheidsherziening onderzoekt tijdens deze bijeenkomst hoe NGO’s federale fondsen gebruiken en welke agenda’s ze nastreven. Voor buitenstaanders is het debat echter een verwarrend schouwspel, omdat het twee overlappende thema’s combineert: de financiering van NGO’s en hun beleidsterreinen.

De complexiteit wordt nog versterkt door een fundamentele spanning tussen twee soorten dollars: de nationale dollar, afkomstig van Amerikaanse belastingbetalers, en de internationale dollar (lees: de eurodollar), die de kern vormt van het mondiale financiële systeem. Deze kloof weerspiegelt een bredere ideologische strijd tussen de Democratische Partij, met haar internationale ambities, en de Republikeinse Partij onder de Trump-regering, die een nationalistische focus benadrukt.

In deze analyse ontleden we deze verwarring. Een scherpe scheiding tussen nationale valuta’s en een rol voor goud als neutrale standaard – waarvan de beweging internationaal al is ingezet – biedt een oplossing voor deze verwarring.

Verwarrende tweesplitsing

De hoorzitting in het Congres draait om de financiering van NGO’s en de agenda’s die ze met deze middelen nastreven, maar deze twee onderwerpen raken vaak verstrengeld. Aan de ene kant onderzoekt het Congres, met name via Republikeinse vraagstelling, of NGO’s die Amerikaanse belastingdollars ontvangen voldoende transparant en verantwoordelijk opereren. Aan de andere kant gaat het debat over de beleidsterreinen van NGO’s, zoals klimaatverandering, migratie of mensenrechten, die door sommige Congresleden als controversieel worden gezien. Voor buitenstaanders is het lastig te volgen, omdat critici financiële kwesties vaak gebruiken om bredere ideologische bezwaren tegen de missies van NGO’s te uiten, terwijl voorstanders, vaak Democraten, de nadruk leggen op de maatschappelijke waarde van deze organisaties.

De verwarring groeit verder door de complexe herkomst van de fondsen. Naast directe subsidies uit de Amerikaanse schatkist ontvangen NGO’s middelen die voortkomen uit de eurodollarmarkt – Amerikaanse dollars die buiten de VS circuleren in mondiale financiële markten, vaak via banken in Europa en andere financiële centra. Deze eurodollars, die niet rechtstreeks door Amerikaanse belastingbetalers worden gefinancierd, maken de financieringsketen van NGO’s ondoorzichtig en voeden vragen over wie uiteindelijk de rekening betaalt en welke belangen worden gediend.

Nationale vs. internationale dollars

De discussie over NGO’s weerspiegelt een diepere ideologische kloof tussen de Democratische en Republikeinse Partijen, die elk een andere visie op de rol van de dollar en de VS in de wereld hanteren. De Democratische Partij omarmt een globalistische benadering, waarbij internationale samenwerking en mondiale uitdagingen zoals klimaatverandering en humanitaire crises vooropstaan. In deze visie zijn NGO’s cruciale partners die mondiale doelen uitvoeren, vaak gefinancierd via een combinatie van Amerikaanse subsidies en internationale geldstromen, waaronder eurodollars. Deze dollars symboliseren de rol van de Amerikaanse munt als een soort publieke dienst voor mondiale stabiliteit. Democraten verdedigen NGO-financiering als een investering in een hecht vervlochten wereld, waarin de VS een leidende rol speelt bij het aanpakken van grensoverschrijdende problemen.

De Republikeinse Partij daarentegen, inmiddels sterk beïnvloed door de “America First”-filosofie van de Trump-regering, legt de nadruk op de nationale dollar — belastinggeld dat direct ten goede moet komen aan Amerikaanse burgers. In de hoorzitting uitten Republikeinen scepsis over NGO’s die federale fondsen ontvangen, met vragen of deze middelen worden gebruikt voor nationale prioriteiten zoals infrastructuur of grensbeveiliging, of dat ze worden verspild aan agenda’s die als “buitenlands” worden gezien. Eurodollars worden met argwaan bekeken, omdat ze staan voor een gebrek aan nationale controle en mogelijke inmenging van mondiale krachten. Deze botsing tussen nationale en internationale dollars leidt tot een debat dat voelt als een vergelijking tussen appels en peren: Democraten richten zich op mondiale voordelen, terwijl Republikeinen nationale soevereiniteit en financiële verantwoording vooropstellen.

Voor buitenstaanders is het debat ontoegankelijk door deze combinatie van technische en ideologische factoren. De financiële stromen achter NGO’s, met een mix van Amerikaanse belastingdollars en eurodollars, zijn complex en worden zelden helder uitgelegd in publieke discussies. Vaak begrijpen Democraten en Republikeinen – wegens beperkte kennis over de eurodollarmarkt – deze scheiding zelf niet. Dit maakt het moeilijk te achterhalen waar het geld vandaan komt en wie verantwoordelijk is voor de besteding ervan. Daarnaast versterkt de ideologische polarisatie tussen globalisme en nationalisme de verwarring, waarbij de hoorzitting vaak verandert in een politiek theater in plaats van een technische analyse.

Nationale dollar en internationaal goud

Heroriëntatie op de rol van de dollar kan uitkomst bieden. Een oplossing ligt in het versterken van de nationale dollar voor binnenlandse prioriteiten en het toewijzen van een meer internationale rol aan een neutrale activa zoals goud. Door federale fondsen strikt te koppelen aan Amerikaanse belastingdollars en deze exclusief te gebruiken voor projecten die directe voordelen bieden voor Amerikaanse burgers, kan de Republikeinse roep om transparantie en nationale prioriteiten worden beantwoord. NGO’s zouden dan verplicht zijn om hun activiteiten met Amerikaans geld duidelijk te verantwoorden aan het Congres en het publiek, waardoor wantrouwen over “private agenda’s” afneemt. Een belangrijke bijkomende stap is een verbod voor overheden om publiek geld aan te wenden voor het promoten van overheidsbeleid.

Voor internationale projecten biedt goud een alternatief als neutrale, internationale standaard. De eurodollar, hoewel dominant als mondiale reservemunt, brengt complexiteit en een gebrek aan controle met zich mee. Goud, los van nationale belangen, kan dienen als een stabiele en transparante basis voor mondiale transacties. Dit vermindert de verdenkingen over ongecontroleerde eurodollarstromen en kan een duidelijker kader bieden voor internationale samenwerking. Door deze scheiding — nationale dollars voor Amerikaanse doelen en goud voor mondiale financiering — wordt het eenvoudiger om te begrijpen welke fondsen waar naartoe gaan en welke belangen ze dienen. Dit kan niet alleen de transparantie vergroten, maar ook de politieke spanningen in het Congres temperen.

Conclusie

De hoorzitting over NGO’s in het Amerikaanse Congres legt een complexe en verwarrende dynamiek bloot, gedreven door de spanning tussen nationale en internationale dollars. De Democratische Partij ziet NGO’s als uitvoerders van mondiale doelen, gefinancierd door een mix van belastingdollars en eurodollars, terwijl de Republikeinse Partij pleit voor strikte controle over nationale middelen. Voor buitenstaanders is het debat moeilijk te volgen door de overlap van financiële en ideologische kwesties. Een oplossing ligt in het scheiden van financiële stromen: de nationale dollar voor Amerikaanse prioriteiten en goud als neutrale standaard voor internationale handel en financiering. Transparantie in de schimmige wereld van NGO’s is bovendien gebaat bij een overheidsverbod op het promoten van eigen beleid.

Lees meer:

Dit artikel verscheen op 6 juni 2025 in onze weekupdate op Substack

Heb je interesse en wil je meer weten? Vul onderstaand formulier in om een maand vrijblijvend toegang te krijgen tot onze wekelijkse update op Substack!

Schakel JavaScript in je browser in om dit formulier in te vullen.
In welke diensten van Boon & Knopers ben je mogelijk geïnteresseerd?
Naam
Wil je toegang tot Substack?

Deel dit artikel: